Wat het salarisbeleid betreft, bevriest slechts 13% van de respondenten dit jaar hun loon, terwijl 28% van de ondernemingen zich toelegt op het uitvoeren van contracten (indexen, enz.), En 25% van de salarisgroei van de respondenten houdt verband met persoonlijke prestaties. Nu is het totale beloningsplan “modulair” geformuleerd, omdat dit voor 53% van de respondenten het geval is. Modulariteit betekent dat verschillende componenten van de totale beloning verschillende “gewichten” kunnen hebben voor specifieke werknemers in handelsbedrijven, en deze trend groeit snel. Maar vooralsnog lijkt de keuzevrijheid beperkt, want maar liefst 28% van de respondenten van softwareontwikkelaars heeft geen eigen inbreng in de modulaire samenstelling en slechts 17% van de bijdrage is beperkt. Trouwens, een duidelijke herinnering voor werkgevers is: respondenten met een salaris van niet minder dan 35% zijn niet echt modulair, vinden het ‘interessant’. Daarnaast wordt modulaire compensatie voornamelijk verstrekt aan de dienstensector (58%) en de industrie (56%), en de publieke sector (30%) en non-profitorganisaties (27%) zijn relatief weinig. In de laatste twee domeinen is de belangstelling nog altijd zeer groot (respectievelijk 55% en 59%). Dit is ook een relatief nieuwe trend, omdat recente fouten deze situatie verkiezen boven de ICT-medewerkers met de langste participatiestatus (de laatste is ook het minst geïnteresseerd). Belgische softwareontwikkelaars zijn zeer tevreden, dat mag je gerust stellen. 84% is redelijk tevreden over hun salaris en slechts 4% is “helemaal niet tevreden”. Deze tevredenheid kan worden toegeschreven aan ICT-professionals met “5 tot 10 jaar” of meer ervaring, want daar daalt meer dan 80% van de score. Voor beginners met “1 tot 3 jaar” ervaring, (“zeer” en “equivalent”) daalt de tevredenheid tot 56% (het “onbevredigende” percentage is 38%), terwijl voor degenen die “3 tot 5 jaar hebben” De tevredenheid van “softwareontwikkelaars” daalde tot 66%. Ja (het hoogste aantal is 13% van “ontevreden”). Er is duidelijk meer vooruitziendheid. Aangezien “salaris” nog steeds het belangrijkste element is in de (nieuwe) werkgeversvoorkeuren, is dit in ieder geval niet goed voor de bereidheid om van baan te veranderen. Dat klopt: het afgelopen jaar zocht 56% van de softwareontwikkelaars helemaal niet naar een andere baan. Onder de “ja, gewilde” respondenten nam maar liefst 21% contact op met zichzelf. Dit jaar bleef de “wil om van werkgever te veranderen” ongewijzigd (52%) en werd zelfs “kleiner” (23%). Voor werkgevers die niet met een groot aantal nieuwe afgestudeerden te maken hebben, en voor degenen die ook zeer “tussenliggende motoren” vinden (relatief jonge softwareontwikkelaars met 5 tot 10 jaar ervaring), werken ze niet harder. Het nadeel van dit laatste is natuurlijk het kleine aantal jongeren dat al jaren bezig is met ICT-onderzoek (de informatie die toen nog niet gezaaid was, werd nog niet verzameld). is nog steeds? Alleen softwareontwikkelaars met “3 tot 5 jaar” en “5 tot 10 jaar” ervaring kunnen immers de hoofdnummers boeken voor “Ja, ik heb gezocht”: respectievelijk 56% en 51%. Onder teams met “3 tot 5 jaar” ervaring is de bereidheid om te veranderen dit jaar ook groter dan het jaar ervoor. Het is misschien logisch omdat softwareontwikkelaars ouder dan 65 jaar hun plek hebben gevonden en daar liever blijven omdat ze nog steeds hard werken. Wat hebben ze nodig om softwareontwikkelaars aan te trekken? Ongeacht het salaris (79% van degenen in rang 1 is ontoegankelijk), wordt 50% of meer van softwareontwikkelaars in aflopende volgorde beoordeeld: zakelijke sfeer (64%), flexibele werktijden (61%), woon-werkverkeer (52 %) en de mogelijkheid om thuis te werken (51%). De top tien wordt gecompleteerd door sneller woon-werkverkeer, werkveiligheid, mogelijkheden voor zelfbediening, opleidingsmogelijkheden en carrièremogelijkheden. Interessant is dat er enkele “taal” -verschillen zijn: Franstalige ICT-medewerkers pendelen bijvoorbeeld van en naar het werk8 en pendelen sneller naar de vierde plaats (uiteraard is het mogelijk om thuis te werken). In overheidsdiensten / overheidsdiensten (bijdragen, vlot woon-werkverkeer, flexibele werktijden, werkveiligheid en bedrijfssfeer) en non-profitorganisaties (bijdragen, bedrijfssfeer, onafhankelijke werkinterpretatie, werkveiligheid en -voor flexibele werktijden en vlot woon-werkverkeer) . In ieder geval trekken Belgische softwareontwikkelaars terug naar de arbeidsmarkt. Immers, in de afgelopen 12 maanden heeft 30% van hen een toename gezien van het transactievolume (vast voorval) van veel ICT-professionals, terwijl 19% is gedaald. De lengtegroei van de non-profitsector is het hoogst (36% van de mensen is in hoogte gestegen), terwijl de dienstensector de grootste daling heeft (24%). Als softwareontwikkelaars misschien niet meteen overwegen om van baan te veranderen, denkt 78% van hen dat ze binnenkort een nieuwe baan zullen vinden, en ze kunnen worden gevonden door ontslag indien nodig. Maar liefst 86% denkt binnen 5 jaar ICT-expert te blijven, en omdat 95% denkt dat hun baan in de toekomst waarschijnlijk niet zal worden overgenomen door robots of rekenmachines. Softwareontwikkelaars houden ook vast aan hun baan: in ieder geval kiest maar liefst 80% van de mensen ervoor om als softwareontwikkelaar te werken. Hebben we gelijk? Belgische softwareontwikkelaars zijn hier tevreden over.
https://www.webdeveloper.today/2021/10/flutter-provider-changenotifier-flutter.html |
https://webdevelopmentapp.com/nl/development.html |